Iedereen die een initiatief wil nemen voor nieuw beleid, nieuwe regelgeving, een nieuw project of een nieuw programma krijgt ermee te maken: participatie. Participatie houdt, kort gezegd, deelnemen aan een initiatief van een ander in. Vaak is er bij initiatieven sprake van belangen, waarden en perspectieven die op gespannen voet staan. Participatie is wenselijk omdat verschillende stakeholders graag hun stem laten horen en een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van een initiatief. Goede participatieprocessen inrichten is echter niet eenvoudig. Er zijn vaak veel partijen en personen betrokken, hun belangen zijn regelmatig tegengesteld en een initiatief hangt vaak samen met andere initiatieven. Waar begin je dan met participatie en wanneer doe je het goed? Daarom is er in de praktijk behoefte aan principes of standaarden.
TwynstraGudde, Tilburg University en de Erasmus Universiteit hebben een overzicht gemaakt met vuistregels voor participatie. De vuistregels zijn onderverdeeld in vier categorieën: het ontwerpen en opzetten van een participatieaanpak; het vastleggen en vasthouden van uitkomsten en afspraken; het verbinden en communiceren met stakeholders; en het integreren en verankeren van het participatieproces in de bredere context. We zetten de zestien vuistregels hieronder op een rij. De vuistregels zijn niet gebonden aan een bepaalde fase in het participatieproces en blijven doorlopend van belang, bijvoorbeeld door gaandeweg het ontwerp of de kaders aan te passen op basis van de ervaringen tijdens het proces.
Auteurs: Merlijn van Hulst, Martine de Jong en Ingmar van Meerkerk
Documentatie
13.04.2023